Voor werkende ouders is kinder- of gastouderopvang onvermijdelijk. Je kunt namelijk niet op je werk zijn én tegelijkertijd op je kinderen passen. Om deze ouders te blijven stimuleren om te werken of studeren is de kinderopvangtoeslag in het leven geroepen. Zo kan iedereen meedraaien op de arbeidsmarkt, ook als je een gezin wilt stichten.
Als je kind naar de opvang gaat, omdat jij en je partner werken, dan heb je recht op kinderopvangtoeslag. Dit geldt zowel voor schoolgaande kinderen als kinderen die nog niet naar school hoeven. Als alleenstaande ouder, maar ook als student heb je recht op de kinderopvangtoeslag.
Deze toeslag moet mensen helpen om zich te bewegen op de arbeidsmarkt. Je kunt daarom ook kinderopvangtoeslag vangen voor je gewerkte uren. Ook voor buitenschoolse opvang kun je kinderopvangtoeslag krijgen. Zolang je kind op de basisschool zit is dit van toepassing.
De toeslag stopt op de eerste dag van de maand dat je kind naar het voortgezet onderwijs gaat. Om kinderopvangtoeslag te krijgen is het wel noodzakelijk dat je je kind naar een LRKP-geregistreerde opvang brengt. Alleen dan heb je recht op de kinderopvangtoeslag.
Let op: de kinderopvangtoeslag geldt niet voor opvang tijdens de lunchpauze op school. De kosten daarvoor zul je zelf moeten dragen.
Je kunt kinderopvangtoeslag aanvragen als je werkt en je kind naar een geregistreerde opvang gaat. Wat telt hierbij als werk? In principe betekent werk dat je geld verdient met je werk, en dat je daar belasting over betaalt. Ook als je parttime werkt kom je in aanmerking voor kinderopvangtoeslag. Een aantal voorbeelden van werk:
Vaste baan;
Ondernemer, zzp’er of freelancer;
Uitzendkracht;
Raadslid bij de gemeente.
Wanneer je meewerkt in het bedrijf van je partner, maar hier niet voor krijgt betaald, kun je ook in aanmerking komen voor de kinderopvangtoeslag.
Per kind kun je ieder jaar over een maximum aantal opvanguren toeslag krijgen. Dit gaat maximaal om 2760 uren per jaar of 230 uren per maand. Hoeveel uren jij uitbetaald krijgt, is afhankelijk van het aantal gewerkte uren van de minst werkende ouder.
Stel; jij werkt 40 uur per week en je partner 32 uur. Er wordt dan gekeken naar de gewerkte uren van je partner. Je vermenigvuldigt dat aantal uren met 140% voor dagopvang, en 70% voor buitenschoolse opvang (BSO). Over het aantal uren dat daaruit komt, ontvang je de kinderopvangtoeslag.
Het bedrag boven de maximum uurprijs moet je volledig zelf betalen. Wanneer je situatie verandert, dus bijvoorbeeld als je inkomen stijgt of daalt of als je gaat trouwen, scheiden of samenwonen, moet je dit doorgeven bij de Belastingdienst. Dit kan namelijk invloed hebben op de hoogte van je kinderopvangtoeslag.
Hoeveel kinderopvangtoeslag je ontvangt, is afhankelijk van je inkomen en vermogen. Mensen die minder dan € 23.316 verdienen krijgen 96% van de kosten vergoed en mensen die meer dan € 123.920 verdienen krijgen 33% van de kosten vergoed.
Alle mensen die tussen deze inkomens inzitten krijgen een vergoeding tussen de 95 en 34% van de kosten. Wil je jouw percentage weten, gebruik dan de tabel zoals hij gepubliceerd is door de Rijksoverheid.
Het is belangrijk om te weten wanneer je kinderopvangtoeslag moet aanvragen. Op de site van de Belastingdienst kun je de toeslag aanvragen van de kinderopvang. Het is raadzaam om kinderopvangtoeslag zo snel mogelijk aan te vragen, bij voorkeur binnen drie maanden na de start van de kinderopvang.
De toeslag wordt maandelijks uitbetaald door de Belastingdienst, meestal rond de 20e van de maand.